De klassieke patiënt met slaapapneu is een man van middelbare leeftijd met overgewicht. Langzaam dringt het besef door dat bij vrouwen de diagnose te weinig wordt gesteld.

Soms begonnen ze al als Esther Flinterman (54) ’s ochtends opstond en koffie ging maken in de keuken. Boem. Een pauze. En dan, opeens: boemboemerdeboemboem. Hartoverslagen. Misschien kwam het doordat ze de hele tijd zo moe was. Het zal wel door de overgang komen, dacht ze. Met die hartkloppingen kon ze wel leven. Maar die deken van vermoeidheid die op haar drukte zou ze liever vandaag dan morgen kwijt zijn.

Tijdens een vakantie met haar beste vriendin op het Griekse eiland Skiathos merkte Flinterman iets geks: ook haar reisgenoot werd plotsklaps met de dag vermoeider. ‘We sliepen samen op een hotelkamer. Na een paar dagen was mijn vriendin niet meer vooruit te branden. Ze was afgepeigerd.’ Na even aandringen kwam het hoge woord eruit: Flinterman snurkte in haar slaap zo hard, dat haar vriendin uren wakker lag.

Flinterman koppelde het snurken nog niet aan haar lichamelijke klachten. ‘Ik vond het vooral gênant. Ik ben single en begon me vooral zorgen te maken over toekomstige nieuwe liefdes. Hoe zou ik ooit een leuke vent kunnen krijgen als ik lag te snurken als een bouwvakker?’ Dat bleek mee te vallen, maar toen Flinterman te horen kreeg dat ze niet alleen snurkte maar ook geregeld stopte met ademen, ging ze naar de huisarts. De uitslag van het slaaponderzoek dat volgde was kristalhelder: met 53 ademstops per uur had Flinterman een ernstige vorm van slaapapneu.

Het woord apneu is afgeleid van het Grieks en betekent letterlijk ‘geen lucht’. Als de spieren in de keelholte verslappen tijdens de slaap kan plaatselijk, zacht weefsel inzakken en de luchtweg gedeeltelijk of volledig afsluiten. Pas als zulke ademstops ten minste vijf keer per uur optreden en langer dan tien seconden duren, is er sprake van obstructief slaapapneu (OSA). Er is ook nog een zeldzamere vorm, centraal slaapapneu (CSA), waarbij de aansturing vanuit het autonome zenuwstelsel eventjes hapert, maar meestal gaat het om OSA.

Zuurstofgehalte onder veilige grens

Het zuurstofgehalte in het bloed daalt tijdens een ademstop en duikt dan geregeld onder de veilige grens van 90 procent. Zeker vrouwen schrikken nogal eens wakker. ‘Het lijkt erop dat vrouwen waakzame slapers zijn’, zegt longarts en somnoloog Lisette Venekamp van expertisecentrum Kempenhaeghe. ‘Dat weten we omdat we bij vrouwen meer respiratory effort related arousals zien. Dat zijn slaapverstoringen of versnellingen in hersenactiviteit als gevolg van verhoogde ademarbeid. Mannen snurken vaak gewoon verder.’

Op korte termijn lost het lichaam de adempauze zelf op. Als het autonome zenuwstelsel merkt dat de zuurstofconcentratie in het bloed te laag is, slaat het met toeters en bellen alarm. De hartslag stijgt, net als de bloeddruk en de spierspanning in de luchtwegen. Vervolgens komt de ademhaling weer op gang.

Op lange termijn vergroot slaapapneu mogelijk het risico op hoge bloeddruk en hart- en vaatziekten, zoals een beroerte, denken wetenschappers, hoewel dat nooit keihard is aangetoond. Wel slapen patiënten na behandeling met bijvoorbeeld een speciale beugel of een CPAP – een apparaat dat de luchtwegen met positieve druk openhoudt – beter, voelen ze zich fitter en hebben ze minder last van angst en depressie.

De risicofactoren voor het ontstaan van OSA zijn behoorlijk goed in kaart gebracht – berucht zijn het bereiken van de middelbare leeftijd, overgewicht, alcohol en het gebruik van slaapmiddelen – maar bij hoeveel mensen ’s nachts de adem geregeld stokt, weet niemand precies. De Apneuvereniging schat dat zeshonderdduizend Nederlanders slaapapneu hebben. Ook de Nederlandse richtlijn Obstructief slaapapneu (OSA) bij volwassenen stelt dat de prevalentie van slaapapneu in de algemene bevolking ‘in essentie onbekend’ is.

De gedachte dat ze slaapapneu zou kunnen hebben, was bij Esther Flinterman nooit opgekomen. Ze is niet de enige, leert navraag bij Venekamp. ‘Vrouwen voldoen vaak niet aan het klassieke beeld van de patiënt met slaapapneu: een te dikke man van middelbare leeftijd die snurkt en overdag soms spontaan in slaap valt. Vrouwen trekken daardoor niet snel met hun klachten aan de bel.’

Ook huisartsen en medisch specialisten denken niet snel aan slaapapneu als de patiënt in de spreekkamer een vrouw is, weet ze. ‘Dat komt doordat vrouwen vaker atypische symptomen hebben, zoals slapeloosheid, rusteloze benen, depressie, nachtmerries en een doorlopende vermoeidheid. Soms lopen ze jarenlang rond met onbegrepen klachten. Dat brengt veel extra leed met zich mee.’

Minder volledige ademstops

Wat de diagnose bij vrouwen lastig maakt, is dat het risico op slaapapneu toeneemt met de leeftijd. Op het moment dat de spiegels van de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron dalen, neemt ook het risico op slaapapneu toe. Daardoor denken vrouwen, net als Esther Flinterman, al snel aan overgangsklachten, terwijl hun symptomen ook kunnen wijzen op slaapapneu.

Tot overmaat van ramp hebben vrouwen ook nog eens vaker een variant met minder volledige ademstops. ‘Bij vrouwen zien we vaker hypopneus’, zegt Venekamp. ‘De ademweg valt dan niet volledig dicht, maar er is wel sprake van een sterk verminderde luchtstroom. Dat is voor een partner minder opvallend dan wanneer iemand opeens stopt met ademen en er na een tijdje opeens een luidruchtige ademteug volgt.’

En dan is er nog een andere reden dat vrouwen met slaapapneuklachten over het hoofd worden gezien in de zorg. Veel artsen nemen het aantal ademstops per uur (de Apneu Hypopneu Index of AHI) als leidraad om te bepalen of iemand een behandeling nodig heeft. Een misvatting, zegt Venekamp. ‘De hoogte van de AHI zegt niets over de ernst van slaapapneu als we kijken naar de klachten. Vrouwen krijgen dan te horen dat slaapapneu niet de oorzaak kan zijn van haar klachten, waarna er geen behandeling volgt. Ontzettend zonde, want zo worden ze onvoldoende behandeld.’

Esther Flinterman werd wél direct doorgestuurd voor onderzoek. Met succes: sinds ze slaapt met een CPAP, is de vermoeidheid verdwenen. ‘Ik voel me echt herboren! Ik word fit wakker en op mijn werk kan ik weer tien ballen in de lucht houden.’ Extra bonus: ook de hartkloppingen zijn verleden tijd.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in de Volkskrant (17 maart 2023). © Aliëtte Jonkers

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je me nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen waardering € -