Slapeloosheid, nachtmerries, rusteloze benen en een allesoverweldigende vermoeidheid: slaapapneu uit zich bij vrouwen anders dan bij mannen. Daarover moet veel meer bekendheid komen, vinden experts. Niet alleen bij artsen, maar ook bij vrouwen zelf.

Op een gewone donderdagmiddag in september van het jaar 2019 rijdt Maartje Meester haar auto de vangrail in. Even tevoren had ze tegen haar collega’s op het werk gezegd dat ze naar huis gaat. Ze was zo moe. Ze kon niet meer. Thuis zou ze eerst een uurtje gaan slapen en daarna nog wel wat verder werken.

Door de klap is Maartje klaarwakker. Ze probeert het autoportier open te krijgen, maar dat lukt niet. De kromming van de vangrail, in de bocht vlak voor een afslag, heeft de constructie totaal ontwricht. Voorzichtig probeert ze of de auto het nog doet. Ja. Dat lukt. Met trillende benen rijdt ze naar een autoschadebedrijf. Daar wordt ze uit haar auto bevrijd.

De volgende dag stapt ze gewoon weer in de auto. Dat moet ze van zichzelf. Het laatste wat ze wil is rijangst ontwikkelen. Het was ook logisch dat ze al lange tijd zo moe is, vindt ze. In 2015, op haar 34e, heeft ze drie herseninfarcten gehad. Pure pech, volgens de medisch specialist. Ze is goed hersteld, maar nu is ze net geopereerd aan een versleten schouder. Ze woont honderd kilometer van haar werk af, een bewuste keuze. Haar carrière als pensioenspecialist is belangrijk voor haar. Bovendien heeft ze drie kinderen en een LAT-relatie met iemand die honderdvijftig kilometer van haar vandaan woont. Die vermoeidheid heeft ze over zichzelf afgeroepen, zegt ze in gedachten tegen zichzelf. Bovendien: iedereen is toch moe?

Pas in november 2022 gaat ze naar de huisarts om haar klachten opnieuw te bespreken. Gelukkig kan ze vaak thuis werken, maar dan moet ze wel om tien uur ’s morgens en om drie uur ’s middags even een hazenslaapje doen, anders komt ze de dag niet door. Na het koken ’s avonds ruimt ze de boel op en gaat ze voor half acht naar bed. Eerder had de huisarts geopperd dat ze een zware depressie had, maar ze twijfelt aan die diagnose. Er moet iets gebeuren. Ze wordt doorverwezen voor een slaaponderzoek en de uitslag is glashelder: tijdens het slapen stopt ze 50 keer per uur met ademen. Maartje heeft een ernstige vorm van slaapapneu.

De herinnering staat nog scherp op het netvlies. ‘Ik schrok van de diagnose’, zegt Maartje nu. ‘Vanaf dat moment mocht ik geen auto meer rijden. Eerst moest het aantal ademstops onder de 15 zakken. Logisch, natuurlijk, maar mijn hele leven werd anders. Natuurlijk was het ook een opluchting: zie je wel, het was dus tóch niet normaal dat ik zo moe was.’ Aan slaapapneu had ze zelf nooit gedacht. ‘Ik dacht altijd dat dat een dikkeouwemannenziekte was. Nou, dat blijkt dus heel anders te liggen.’

Slaapapneu:
wat is het?
Het woord apneu is afgeleid van het Grieks en betekent letterlijk ‘geen lucht’. Als de spieren in de keelholte verslappen tijdens de slaap kan het zachte gehemelte inzakken en de luchtweg gedeeltelijk of volledig afsluiten. Pas als zulke ademstops ten minste vijf keer per uur optreden en langer dan tien seconden duren, is er sprake van obstructief slaapapneu (OSA). De borstkas gaat nog gewoon op en neer, maar de lucht wordt geblokkeerd door de vernauwing in de luchtwegen. Er is ook een vorm van slaapapneu die minder vaak voorkomt: centraal slaapapneu, waarbij de aansturing vanuit het autonome zenuwstelsel eventjes hapert. Het lichaam ‘vergeet’ als het ware te ademen. De borstkas gaat dan ook niet meer op en neer, maar ligt volledig stil. Op korte termijn lost het lichaam de adempauze zelf op. Als het autonome zenuwstelsel merkt dat de zuurstofconcentratie in het bloed te laag is, slaat het met toeters en bellen alarm. De hartslag stijgt, net als de bloeddruk en de spierspanning in de luchtwegen. Vervolgens komt de ademhaling weer op gang. Op lange termijn vergroot slaapapneu mogelijk het risico op hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en vroegtijdige geheugenklachten, denken wetenschappers. Na behandeling met bijvoorbeeld een speciale beugel of een CPAP – een apparaat dat de luchtwegen met positieve druk openhoudt – voelen de meeste patiënten zich fitter, energieker en vrolijker.

Dat Maartje geen idee had dat ze slaapapneu zou kunnen hebben, wekt geen verbazing bij longarts en somnoloog Lisette Venekamp van het Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe. ‘Vrouwen voldoen vaak niet aan het klassieke beeld van de patiënt met slaapapneu: een te dikke man van middelbare leeftijd die snurkt en overdag soms spontaan in slaap valt. Vrouwen trekken daardoor niet snel met hun klachten aan de bel.’
Ook huisartsen en medisch specialisten denken niet snel aan slaapapneu als de patiënt in de spreekkamer een vrouw is, weet ze. ‘Dat komt doordat vrouwen vaker a-typische symptomen hebben, zoals slapeloosheid, rusteloze benen, depressie, nachtmerries en een doorlopende vermoeidheid.’ En: Daar komt bij dat juist vrouwen, denkt Venekamp, bang zijn om klagerig over te komen Soms lopen ze jarenlang rond met onbegrepen klachten. Dat brengt veel extra leed met zich mee.’
Wat de diagnose bij vrouwen lastig maakt, is dat het risico op slaapapneu toeneemt met de leeftijd. Op het moment dat de spiegels van de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron dalen, neemt ook het risico op slaapapneu toe. ‘Daardoor denken vrouwen al snel aan overgangsklachten, terwijl hun symptomen ook kunnen wijzen op slaapapneu.’

Maartje heeft centraal slaapapneu, waarbij er iets mis gaat met de aansturing van de ademhaling vanuit de hersenen. Meestal gaat het echter om een andere vorm die dezelfde klachten geeft: obstructief slaapapneu. De risicofactoren voor het ontstaan van OSA zijn behoorlijk goed in kaart gebracht – berucht zijn het bereiken van de middelbare leeftijd, overgewicht, alcohol en het gebruik van slaapmiddelen – maar bij hoeveel mensen ’s nachts de adem regelmatig stokt, weet niemand precies. De Apneuvereniging schat dat zeshonderdduizend Nederlanders een serieuze vorm van slaapapneu hebben, maar harde cijfers ontbreken. Nieuw Brits onderzoek stelt daarentegen dat waarschijnlijk vijftien tot dertig procent van de mannen en tien tot vijftien procent van de vrouwen slaapapneu heeft. Indrukwekkende cijfers, vooral omdat de onderzoekers denken dat tachtig procent van de apneupatiënten geen flauw idee heeft wat er ’s nachts gebeurt met hun ademhaling.

Ook Rikie Kaptein-Van der Veer (63) wist jarenlang niet wat er met haar aan de hand was. Iedere nacht had ze een hele reeks afschuwelijke nachtmerries, waaruit ze iedere keer paniekerig en happend naar adem uit ontwaakte. Ze zocht hulp bij een psycholoog, maar de nachtmerries bleven. En waar kwamen die voortdurende krampen in haar kuiten en voetzolen toch vandaan?
Daarnaast had ze last van snurken, en flink ook: ‘Het werd zo erg dat mijn man ’s nachts op de vlucht sloeg en naar het logeerbed vertrok.’ Maar dat kwam volgens de KNO-arts die haar onderzocht doordat ze opgezwollen neusslijmvliezen had. ‘Niemand dacht ooit aan slaapapneu.’
Toen Rikie in 2020 long covid kreeg, schoof ze de toenemende vermoeidheid op de nasleep van het virus. Tot ze op de facebookpagina van lotgenoten met long covid over een vrouw las die slaapapneu had ontwikkeld. ‘Ik herkende wat ze schreef en ben toen met dat verhaal naar de huisarts gegaan. Gelukkig kreeg ik toen snel een slaaponderzoek. Daar kwam uit dat ik 43 ademstops per uur had als ik op mijn rug lag en maar liefst 63 per uur in mijn droomslaap. Nu denk ik: die nachtmerries waren alarmbellen van mijn lichaam, want mijn zuurstofgehalte was soms nog maar 72 procent.’

Zowel Maartje als Rikie slapen nu met een speciaal apparaat dat met positieve druk de luchtwegen openhoudt. Sindsdien heeft ze ‘heel veel minder nachtmerries’, zijn de krampen in haar kuiten en voetzolen als sneeuw voor de zon verdwenen, en kan ze ’s nachts rustig doorslapen. Rikie: ‘Zo’n masker dragen in bed is geen feestje, maar je wil toch je gezondheid redden. Bijzonder is dat mijn man ook slaapapneu bleek te hebben nadat bij hem een hoge bloeddruk was vastgesteld en het mij opviel dat hij opeens overdag meerdere malen in slaap viel. Nu slapen we allebei met een masker lepeltje-lepeltje in bed. Ik snurk niet meer en zijn bloeddruk was binnen een paar weken normaal.’
Maartje hoeft overdag niet meer zo vaak dutjes te gaan doen en kan weer genieten van haar vrije avonden zonder dat ze voor half acht in bed hoeft te gaan liggen. Ze heeft promotie gekregen op haar werk en gaat binnenkort nieuwe vakdiploma’s halen om haar carrière een nieuwe boost te geven.

Gaat slaapapneu over
als je gaat afvallen?

Overgewicht is een belangrijke risicofactor in het ontstaan van slaapapneu, maar zeker niet de enige, zegt Marcel Copper, KNO-arts en somnoloog in het St Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. ‘We zien bij veel apneupatiënten een te hoge bmi, maar er zijn ook magere mensen met slaapapneu. Vaak is er sprake van een verslapping van de keelspieren tijdens de slaap. Dat wordt geregeld door het autonome zenuwstelsel, daar heb je zelf geen invloed op.’
Afvallen helpt soms, maar Copper wijst erop dat dat makkelijker gezegd is dan gedaan. ‘Slaapapneu zorgt voor een verstoring van de eethormonen leptine en grheline. Patiënten maken veel meer van die hongerhormonen aan. Dat is trouwens ook de reden waarom mensen die slaapapneu hebben vaak wel vier of vijf keer ’s nachts naar het toilet moeten om te gaan plassen. De verstoorde hormoonhouding leidt ook tot een verhoogde urineproductie tijdens de nacht. Het is dus te kort door de bocht om te zeggen: ga gewoon afvallen. Met slaapapneu lúkt dat gewoon niet. Pas na behandeling zien we dat  mensen vaak weer de energie krijgen om een gezond leefpatroon op te pakken.’

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het tijdschrift Radar+ (2023). © Aliëtte Jonkers

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je me nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen waardering € -