Uit cijfers van het CBS blijkt dat van alle instituties de Nederlander het minst vertrouwen heeft in ons, de media. Dat veel journalisten dat geen enkel probleem vinden, bleek gisteren weer. Toen de WHO gisteren een rapport over bewerkt vlees en kanker naar buiten bracht, sloeg de ene na de andere krant en internetsite de plank volledig mis.
‘De WHO heeft gesproken: worst is even kankerverwekkend als asbest, plutonium en alcohol’, twitterde NRC gisteren.
‘Bacon is net zo kankerverwekkend als roken’, kopte Metro.
Hart van Nederland ging nog een stapje verder en bracht als kop: ‘Knakworstjes ongezonder dan asbest.’
De kracht van bewijs
Hoe zat het echt? Iets anders: de International Agency of Research into Cancer (IARC), onderdeel van de WHO, heeft een groot aantal bestaande studies geanalyseerd en concludeerde: ‘rood vlees is waarschijnlijk kankerverwekkend bij mensen (groep 2A)’ en ‘bewerkt vlees is kankerverwekkend bij mensen (groep 1)’. Dat bekt natuurlijk niet lekker en vraagt bovendien om verduidelijking.
Het zit zo: de IARC dumpt alle mogelijke stoffen in een paar verschillende categorieën.
- Bovenaan staat groep 1, waarin stoffen staan waarvan vastgesteld is dat ze kanker veroorzaken, zoals roken, asbest, alcohol en nu dus ook bewerkt vlees.
- De groepen erna, groep 2A (‘waarschijnlijk kankerverwekkend’) en groep 2B (‘mogelijk kankerverwekkend’) zijn voor stoffen waarvan de link met kanker minder duidelijk is.
- In groep 3 staan stoffen die niet in een van de vorige categorieën passen, simpelweg omdat er onvoldoende data beschikbaar is.
- En tot slot: in groep 4 staan stoffen waarvan waarschijnlijk is dat ze níet kankerverwekkend zijn.
Onwetendheid of clickbait?
Een aantal nieuwsmedia legden dat verschil wel uit in het bericht, maar lieten er een onjuiste kop boven staan. Begrepen ze het niet? Vonden ze het ingewikkeld om een genuanceerde kop te formuleren? Of is clickbait in dit digitale tijdperk belangrijker dan juiste informatie brengen?
Eerlijk is eerlijk: het is niet allemaal de schuld van de media. Ook de WHO valt wat te verwijten. En dat is dat ze in het persbericht stelden:
‘The experts concluded that each 50 gram portion of processed meat eaten daily increases the risk of colorectal cancer by 18%.’
Zo medisch nieuws rapporteren is malicieuze bangmakerij. Wie graag ham en salami op zijn boterhammen eet en ’s avonds boerenkool met rookworst, gaat na zo’n nieuwsbericht bij wijze van spreken de muziek al uitzoeken voor de begrafenis.
Verantwoordelijkheid van de media
Het lijkt erop dat veel journalisten nog steeds niet snappen hoe groot de impact – en dus de bijbehorende verantwoordelijkheid – is van wat ze de wereld in slingeren.
Soms moet je daar even met je neus bovenop gedrukt worden. Vorig jaar schreef ik een nieuwsbericht over slaaptabletten en een verhoogde kans op het ontwikkelen van dementie. Een oudere mevrouw belde de redactie van het blad. Ze had er niet van kunnen slapen, van mijn bericht. Ze was de dag erna naar de huisarts gegaan, maar die had haar niet gerust kunnen stellen, want hij kende het onderzoek niet. Nu wilde ze graag de bron hebben, zodat ze die aan haar huisarts kon voorleggen. Nu was dat in dit geval geen enkel probleem.
Het ging hier om een correct bericht over verschillende, goed uitgevoerde onderzoeken naast elkaar, gepubliceerd in een groot medisch tijdschrift. Maar toch. Het zette me wel aan het denken: hoeveel mensen liggen er in Nederland wakker door mij? Of door jou?
Toename van 18 procent
Terug naar dat percentage van 18 procent. Waarom is dat fout? Omdat zo’n percentage de werkelijkheid vertekent. Een toename van 18 procent op kanker, dat klinkt verschrikkelijk. Dat klinkt alsof je met je leven speelt als je salami bij de borrel eet.
Dat is dus niet zo.
Als wetenschappers zeggen dat iets je kans op kanker verhoogt met 18 procent, dan spreken we van een zogenoemd ‘relatief risico’ (in het Engels relative risk, afgekort: RR). Zo’n percentage klinkt ontzettend heftig en sexy en belangrijk, en stiekem denk ik wel eens – maar pin me er niet op vast – dat dat de reden is dat wetenschappers en hun persvoorlichters graag RR’s gebruiken in persberichten. Zulke percentages doen het nu eenmaal goed in de media.
Maar van een organisatie als de IARC, de WHO, verwacht je iets meer nuance en iets minder hijgerigheid. Oftewel: dat journalisten gisteren massaal in de val liepen, is niet helemaal hun eigen schuld. Je kunt ze onoplettendheid verwijten, maar de WHO had die valstrik wel heel bewust op hun pad gegooid.
Gebruik absolute cijfers
Een tip voor publiciteitsdriftige wetenschappers en persvoorlichters en, mag ik het zeggen, de WHO: laat dat relatieve risico zitten en gebruik absolute cijfers. Die maken veel meer duidelijk hoe groot risico’s écht zijn.
In dit geval: nu wordt geschat dat ongeveer 61 op de 1000 mensen ooit darmkanker krijgt in hun leven. Als (als!) de analyse van de IARC correct is – wetenschap is een dynamisch en cumulatief proces, dat ook nog eens veel rommeliger verloopt dan veel mensen denken – dan zou het ongeveer hierop neerkomen: wie het minst bewerkt vlees eet, heeft gedurende zijn hele leven een wat lagere kans om darmkanker te ontwikkelen: zo’n 56 van de 1000. Bij de mensen die het meeste bewerkt vlees eten, zullen circa 66 mensen ergens in hun leven darmkanker ontwikkelen. Dat zijn er 10 meer dan in de ‘weinig vlees’-groep.
Beslist niet totaal irrelevant, integendeel, maar je hoeft er ook niet direct wakker van te liggen. Zoals Cancer Research UK al in een prachtige infographic liet zien: roken is nog steeds een veel, veel groter gevaar.
En er zijn tal van andere factoren die bijdragen aan het ontwikkelen van kanker. De grootste: veroudering. Met het stijgen van de leeftijd stijgt ook de kans op het ontwikkelen van kanker.
(Infographic van Cancer Research UK over risicofactoren en kanker.)
Afkalvend vertrouwen
Af en toe gaan er stemmen op voor een nieuwe beweging: slow journalism. Tijd nemen voor nieuws, om correct, genuanceerd nieuws te brengen. Een kansloze missie, denk ik. In dit tijdperk waarin Twitter en andere sociale media het nieuws razendsnel verspreiden, kun je dat niet verkopen – en terecht.
Maar hoe weinig tijd er ook is, je moet altijd een paar verschillende experts standby hebben staan die dit soort nieuws snel kunnen checken. Dat kan prima als je een groot netwerk hebt (daar moet je dus in investeren).
En dan nog zullen we fouten maken. Dat doen we allemaal. En dat zullen we blijven doen. Fouten maken is niet de reden waardoor we het vertrouwen van onze lezers verliezen. De reden dat we het vertrouwen van onze lezers verliezen, is dat we het signaal afgeven dat goed wetenschapsnieuws brengen ons worst zal zijn.
Dit opinieartikel werd op 27 oktober 2015 geplaatst op De Nieuwe Reporter (©).
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je me nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.
[paytium name=”Eenmalige donatie Aliette Jonkers” description=”Eenmalige donatie Aliette Jonkers”] [paytium_dropdown label=”Ik waardeer met” options=”1,50/5/10/25/100/250″ options_are_amounts=”true” /] [paytium_total label=”Mijn gekozen waardering” /] [/paytium]