Vergiftigingen door kamerplanten komen bij gezelschapsdieren in Europa regelmatig voor.1-5 Toch is er weinig aandacht voor dit onderwerp in zowel de diergeneeskunde als in de toxicologie. Dat kan leiden tot onderdiagnose en misdiagnose.6 Daarom: een spoedcursus giftige kamerplanten, met extra duiding van plantenfysioloog Iris Kappers en veterinair toxicoloog Guillaume Counotte.
Wetenschapper Parcelcus zei het al in de zestiende eeuw: dosis sola facit venenum, oftewel: de dosis maakt het gif. Alles is giftig, alleen de hoeveelheid bepaalt of iets schadelijk is. Geen hond of kat zal een complete kamerplant verorberen, althans: dat is nog nooit in studies aangetoond. Maar er zijn wel kamerplanten die zo giftig zijn dat een kleine hoeveelheid al genoeg kan zijn om ernstige schade aan te richten.
Lelie: berucht
Berucht zijn de tijgerlelie (Lilium tigirnum) en alle andere leliesoorten (L. longiflorum, L. speciosum, L. auratum, etc.). Alle delen van de plant – stengel, bladeren, bloem en stuifmeel – zijn zeer giftig. De kans op een fatale afloop varieert tussen vijf en honderd procent, afhankelijk van hoe snel de behandeling start.7 Inname van een of twee blaadjes van een lelie, neerdwarrelend stuifmeel of een deel van de bloem kan bij katten binnen 12 tot 72 uur leiden tot acute tubulusnecrose en vervolgens acuut nierfalen.8 Dit klinische beeld wordt voorafgegaan door meer algemene symptomen die binnen enkele uren optreden: verlies van eetlust, speekselen, braken en lethargie.9 Honden zijn niet gevoelig voor deze plant: wereldwijd zijn er slechts enkele gevallen van milde maagdarmklachten bij honden gerapporteerd, en die hadden ook nog eens een flinke hoeveelheid binnengekregen.10,11
Kerstster: beroerd imago, niet bijzonder giftig
Niet alleen de dosis en de specifieke eigenschappen van de plant bepalen hoe vaak er vergiftigingen onder huisdieren optreden, ook de populariteit van sommige planten speelt een rol. Een voorbeeld is de Euphorbia pulcherrima, oftewel de kerstster, die in de decembermaand in talloze huiskamers belandt. Deze sierplant met crème, roze, gestreepte of felrode schutbladeren staat bekend als erg giftig. Inderdaad bevat de kerstster een melkachtig latex dat sterk irriterend is voor de huid, de slijmvliezen en de ogen.12 Blootstelling aan dat melksap kan leiden tot dyshidrotisch eczeem, conjunctivitis, stomatitis, speekselen, braken, zwelling van de tong en diarree13. Elk jaar opnieuw ontvangen de vergiftigingeninformatiecentra meldingen van kerststervergiftigingen onder gezelschapsdieren in Europa.6
Toch is er iets opvallends aan de hand: de kerstster heeft een beroerd imago, maar is eigenlijk helemaal niet zo bijzonder giftig14. In de meeste gevallen blijft de schade beperkt tot milde maagdarmproblemen, hoewel er ook een casus is beschreven van een Burmees kitten dat na het opeten van een groot blad van de kerstster een ernstige irritatie van de mondholte en slokdarm opliep. Een fatale afloop is nooit gemeld. Andere leden van de grote Euphorbia-familie zijn veel giftiger.16 Ook de ‘cowboycactus’ Euphorbia ingens, in veel Nederlandse woonkamers te vinden, is gevaarlijker dan de kerstster. Toch waarschuwen dierenartspraktijken wél regelmatig voor de risico’s van het in huis halen van een kerstster, maar niet voor de giftigheid van een cowboycactus.
Onderdiagnose
En dat heeft waarschijnlijk te maken met de onbekendheid van dierenartsen en huisdiereigenaren met de giftige eigenschappen van veel kamerplanten, denken onderzoekers.6 Zij pleiten dan ook voor een Europees kennisnetwerk en database met case reports om dierenartsen te kunnen ondersteunen bij de behandeling van huisdieren die vergiftigd zijn door kamerplanten. 6, 17 Want, zo zeggen ze: er is nu hoogstwaarschijnlijk sprake van onderdiagnose.6
Planteneigenaren hebben het niet altijd in de gaten dat hun huisdieren aan planten knabbelen. In dat soort gevallen zal het onderwerp in de spreekkamer van de dierenarts ook lang niet altijd ter sprake komen. Nationale vergiftingscentra rapporteren dat planten verantwoordelijk zijn voor vijf tot dertien procent van de vergiftigingen van huisdieren, maar er zijn grote verschillen in de manier van registreren tussen landen onderling. Daardoor ontbreken harde epidemiologische gegevens en is er nog relatief weinig wetenschappelijk onderzoek over dit onderwerp beschikbaar.4
Onderbelicht onderwerp
Veterinair toxicoloog Guillaume Counotte, die 37 jaar bij Royal GD werkzaam was, bevestigt dat vergiftigingen door kamerplanten nog bar weinig aandacht krijgen in wetenschappelijke publicaties en opleidingen. ‘Het is absoluut een onderbelicht onderwerp. Dat zie je in de diergeneeskunde, maar het geldt ook voor de hele toxicologie.’ En dat terwijl we door planten omringd worden: alleen al in 2023 bedroeg de Nederlandse veilingomzet van kamerplanten 2,6 miljard euro. Vaak gaat het om tropische planten die van nature in tropische regenwouden groeien. Waar ze in ons land vooral vanwege hun sierwaarde gewaardeerd worden, spelen ze in de rijke ecosystemen van hun natuurlijke omgeving een cruciale rol. Ze zorgen voor zuurstof, bieden een schuilplaats aan vele dieren en houden de biodiversiteit in stand.
Meeste planten giftig
De meeste van die tropische planten zijn in min of meerdere mate giftig, zegt plantenfysioloog Iris Kappers van Wageningen University & Research. ‘Om te begrijpen waarom dat zo is, is het belangrijk om terug te gaan naar de basis: de fotosynthese.’ Kappers, die dagelijks les geeft aan studenten plantenwetenschappen in Wageningen, begint enthousiast aan een minicollege: groene planten hebben de unieke mogelijkheid zonlicht, koolstofdioxide en water om te zetten in glucose. ‘Ik vergelijk het vaak met een grote zak vol legoblokjes: het meest eenvoudige basisblokje is dat suikermolecuul. En als je veel van die simpele suikers aan elkaar knoopt, krijg je zetmeel. Daarnaast neemt een plant via de wortels allerlei stoffen op uit de grond, zoals stikstof, fosfaat, zwavel en nog veel meer. Voor zijn groei en ontwikkeling combineert een plant vervolgens allerlei blokjes tot complexe moleculen: vitale metabolieten. Het aanmaken van aminozuren – de bouwstenen van eiwitten – begint bijvoorbeeld ook met het eenvoudigste basisblokje uit de fotosynthese.’
Chemische oorlogsvoering
De plant kan nog meer doen met het combineren van ‘legoblokjes’: gespecialiseerde metabolieten produceren. Sommige van die gespecialiseerde metabolieten hebben een praktische functie, zoals het afvoeren van gebruikte mineralen. Zo ontstaan calciumoxalaten doordat de plant calcium uit de grond gebruikt voor allerlei celsignaleringsfuncties en het vervolgens aan een oxalaat koppelt, waardoor er kristallen ontstaan die je soms op de bladeren kunt zien liggen.
Andere gespecialiseerde metabolieten worden ingezet als een soort chemische oorlogsvoering: de plant maakt stoffen aan om zich te beschermen tegen vraat van roofdieren, schimmels of omgevingsfactoren als UV-straling. Kappers verwijst nog een keer naar de metafoor met de legoblokjes: ‘Veel van die stoffen zijn complexe groepen moleculen, opgebouwd uit verschillende blokjes. Knoop je een suikermolecuul vast aan een alkoloïdblokje, dan krijg je een glycoalkaloïd.’
De gespecialiseerde metabolieten zijn de stoffen die pijn of ongemak bij een dier veroorzaken, dat uiteindelijk leert om de plant te vermijden. De belangrijkste groepen zijn oxalaten, alkaloïden, glycosiden, saponinen en terpenen.
In elk keukenkastje
Klinkt abstract? Welnee: het zijn stoffen die in elk keukenkastje terug te vinden zijn. ‘Veel gespecialiseerde metabolieten zijn stoffen die mensen juist waarderen in hun voeding’, zegt Kappers. ‘De geur van keukenkruiden? Dat zijn voornamelijk terpenen – oregano, basilicum, noem maar op. Nicotine is een alkaloïde, net als de cafeïne in koffie.’
Bij mensen kunnen dit soort stoffen eveneens sterke effecten hebben. Maar waar sommige mensen pas hartkloppingen krijgen na het drinken van een kop koffie, is een kleine hoeveelheid koffie voor honden en katten al zeer giftig.20
Een ander voorbeeld is chocolade, dat de alkaloïd theobromine bevat. Het menselijk lichaam kan die stof vrij snel afbreken, maar bij honden en katten gebeurt dat veel langzamer, waardoor er een intoxicatie kan ontstaan. Aubergine bevat de glycoalkaloïd solanine. Dezelfde stof zit ook in aardappelen: solanine is de reden waarom aardappelen nooit rauw gegeten mogen worden. Groene aardappelen of aardappelen met uitlopers bevatten veel solanine – altijd wegsnijden dus – en inname daarvan kan tot vergiftigingsverschijnselen leiden die soms levensbedreigend zijn.19
Kamerplanten in anamnese
Het is belangrijk dat dierenartsen en huisdiereigenaren weten dat vergelijkbare metabolieten ook in kamerplanten zitten’, stelt veterinair toxicoloog Guillaume Counotte. Bij acute klachten als braken, speekselen, jeuk, zwellingen, hartritmestoornissen en benauwdheid is doorvragen naar kamerplanten zeker aan te raden. Maar, zegt Counotte, ook in minder acute situaties zou het onderwerp kamerplanten in de anamnese aan de orde moeten komen: ‘Bij huidreacties bijvoorbeeld kun je denken aan een vlooien- of voedingsallergie, maar ook aan een chronische irritatie van de huid na langdurige blootstelling aan een niet heel giftige kamerplant.’ Het melksap van de Ficus lyrata (ook wel vioolbladplant of tabaksplant genoemd) is een voorbeeld van zo’n licht giftige plant.
Een veelgehoorde uitspraak is dat dieren heel goed weten welke planten giftig voor ze zijn en welke niet. Het is deels waar, zegt Counotte: ‘Apen kunnen dat bijvoorbeeld uitstekend. En dat niet alleen: zij geven die kennis ook weer door aan andere apen, zoals hun kinderen.’
Soms leren dieren welke planten veilig zijn door imitatie: als moeder het eet, zal het wel goed zijn. En vaak is het een kwestie van trial and error: een bittere smaak (cardioglycosiden!) is vaak al een hint van de plant: don’t touch. Maar dieren kunnen zich ook vergissen: zo observeerden wetenschappers dat zeedieren plastic zakken eten, omdat ze op kwallen lijken. En of onze gedomesticeerde raskatten en -honden dezelfde instincten hebben als dieren in het wild, dat is nog maar zeer de vraag.
Giftige kamerplanten18,21
Aracea (Aaronskelkfamilie)
O.a. Dieffenbachia, Monstera, Philodendron, Syngonium, Anthurium, Spatiphyllum, Epipremnum, Scindapsus, Caladium, Alocasia, Aglaonema
Familie die de meeste groene kamerplanten omvat. Giftig voor: honden en katten. Bevatten onoplosbare oxalaatkristallen. Chronische consumptie van kleine hoeveelheden kan leiden tot schade aan nieren en urinewegen, een grote hoeveelheid ineens tot hypocalciëmie.
Vaak voorkomende klinische symptomen: onmiddellijke, intense pijn in mond- en keelholte, pootbeweggingen naar de mond, braken, speekselen, gezwollen tong en keelholte (obstructie is zeldzaam).
Euphorbiacea (Wolfsmelkfamilie)
O.a. Euphorbia pulcherrima, Euphorbia milii, Euphorbia leuconera, Codiaeum variegatum
Giftig voor: honden, katten, kleine knaagdieren en vogels. Bevatten: diterpenen. Het melksap is dermatoxisch en kan jeuk, huiduitslag en blaren veroorzaken. Contact met de ogen kan zwelling van de ogen, keratoconjunctivitis sicca (KCS) en cornea-erosie veroorzaken.
Vaak voorkomende klinische symptomen bij inname: slimvliesontsteking van het maagdarmstelsel, pijn, speekselen, braken en gastroenteritis.
Primulaceae (Cyclamen)
O.a. Cyclamen persicum
Giftig voor: honden, katten en andere huisdieren. Bevatten: saponinen (cyclamine, heeft een sterk hemolytisch effect).
Vaak voorkomende klinische symptomen: irritatie van huid en slijmvliezen, braken, diarree, convulsies, hemolytische anemie.
Asparagaceae (Aspergefamilie)
O.a. Dracena sanderiana, Dracena marginata, Dracena fragrans, Sansevieria trifasciata, Cordyline australis, Cordyline fruticosa, Cordyline glauca
Giftig voor: honden, katten. Bevatten: saponinen.
Vaak voorkomende symptomen: braken, lethargie, verlies van eetlust, speekselen, mydriase/verwijde pupillen (katten)
Crassulaceae (vetplantenfamilie)
O.a. Kalanchoë spp., Cotyledon tomentosa, Cotyledon orbiculata, Crassula ovata
Giftig voor: honden, katten, konijnen en andere huisdieren. Bevatten: cardiale glycosiden.
Vaak voorkomende klinische symptomen: sloomheid, snelle ademhaling, tandenknarsen, coördinatiestoornissen, verlamming.
Cycadaceae (palmvarenfamilie)
O.a. Cycad revoluta, Cycad cirinalis, Zamia furfuracea
Giftig voor: honden, katten en andere huisdieren. Vooral bij honden zijn zeer ernstige vergiftigingen gemeld. Bevatten: cycasin (neurotoxische glycoside), BMAA (neurotoxine).
Vaak voorkomende klinische symptomen: braken, diarree (soms bloederig), lethargie, coördinatiestoornissen, tremor, convulsies, leverfalen.
Deze lijst is niet compleet. Een uitgebreide lijst van giftige en niet-giftige planten op alfabetische volgorde is te vinden op de website van American Society for Prevention of Cruelty to Animals (ASPCA): https://www.aspca.org/pet-care/animal-poison-control/toxic-and-non-toxic-plants. Op de website van de KNMvD zijn gebruikte bronnen te vinden met mer informatie over toxiciteit van kamerplanten, symptomen en behandeling.
Noten:
1. Barbier N. Bilan D’activité du Centre National d’Informations Toxicologiques Vétérinaires Pour l’année 2003. Lyon: Thèse de doctorat vètèrinaire (2005).
2. Caloni F, Cortinovis C, Rivolta M, Davanzo F. Animal poisoning in Italy: 10 years of epidemiological data from the poison control centre of Milan. Vet Rec. (2012) 170:415. doi: 10.1136/vr.1 00210
3. Caloni F, Cortinovis C, Rivolta M, Alonge S, Davanzo F. Plant poisoning in domestic animals: epidemiological data from an Italian survey (2000-2011). Vet Rec. (2013) 172:580. doi: 10.1136/vr.101225
4. Cortinovis C, Caloni F. Epidemiology of intoxication of domestic animals by plants in Europe. Vet J. (2013) 197:163–8. doi: 10.1016/j.tvjl.2013.03.007
5. Anadón A, Martínez-Larrañaga MR, Ares I, Martínez MA. Chapter 62 poisonous plants of the Europe. In: Gupta RC, editor. Veterinary Toxicology. 3rd ed. London: Academic Press (2018). p. 891–909.
6. Bertero A, Fossati P and Caloni F (2020) Indoor Companion Animal Poisoning by Plants in Europe. Front. Vet. Sci. 7:487. doi: 10.3389/fvets.2020.00487
7. Slater MR, Gwaltney-Brant S. Exposure circumstances and outcomes of 48 households with 57 cats exposed to toxic lily species. J Am Anim Hosp Assoc. (2011) 47:386–90. doi: 10.5326/JAAHA-MS-5629
8. Plumlee KH. Chapter 25– plants. In: Plumlee KH, editor. Clinical Veterinary Toxicology. Saint Louis, MO: Mosby (2004). p. 337–442.
9. Panziera W, Schwertz CI, Henker LC, Konradt G, Bassuino DM, Fett RR, et al. Lily poisoning in domestic cats. Acta Sci Vet. (2019) 47:357. doi: 10.22456/1679-9216.89516
10. Botha CJ, Penrith ML. Potential plant poisonings in dogs and cats in southern Africa. J S Afr Vet Assoc. (2009) 80:63–74. doi: 10.4102/jsava.v80i2.173
11. Bates N, Rawson-Harris P, Edwards N. Common questions in veterinary toxicology. J Small Anim Pract. (2015) 56:298–306. doi: 10.1111/jsap.12343
12 Cortinovis C, Caloni F. Plants toxic to farm and companion animals. In: Carlini CR, Ligabue-Braun R, editors. Plant Toxins. Dordrecht: Springer Netherlands (2017). p. 107–34.
13. Anadón A, Martínez-Larrañaga MR, Ares I, Martínez MA. Chapter 62 poisonous plants of the Europe. In: Gupta RC, editor. Veterinary Toxicology. 3rd ed. London: Academic Press (2018). p. 891–909.
14. Campbell A, Chapman M (editors). Poinsettia/Euphorbia pulcherrima. In: Handbook of Poisoning in Dogs and Cats. Oxford: Blackwell Science (2000). p. 55–6.
15. Gwaltney-Brant SM. Chapter 39- christmastime plants. In: Peterson ME, Talcott PA, editors. Small Animal Toxicology. 3rd ed. Saint Louis, MO: WB Saunders (2013). p. 499–511.
16. Adedapo, Adeolu & Abatan, Matthew & Olorunsogo, Olufunso. (2004). Toxic effects of some plants in the genus Euphorbia on haematological and biochemical parameters of rats. Veterinarski Arhiv. 74. 53-62.
17. Cortinovis C, Caloni F. Epidemiology of intoxication of domestic animals by plants in Europe. Vet J. 2013 Aug;197(2):163-8. doi: 10.1016/j.tvjl.2013.03.007. Epub 2013 Apr 6. PMID: 23570777.
18. Siroka Z. Toxicity of House Plants to Pet Animals. Toxins (Basel). 2023 May 19;15(5):346. doi: 10.3390/toxins15050346. PMID: 37235380; PMCID: PMC10220692.
19. Dieter Schrenk, Margherita Bignami, Laurent Bodin, James Kevin Chipman, Jesús del Mazo, Christer Hogstrand, Laurentius (Ron) Hoogenboom, Jean‐Charles Leblanc, Carlo Stefano Nebbia, Elsa Nielsen, Evangelia Ntzani, Annette Petersen, Salomon Sand, Tanja Schwerdtle, Christiane Vleminckx, Heather Wallace, Leon Brimer, Bruce Cottrill, Birgit Dusemund, Patrick Mulder, Günter Vollmer, Marco Binaglia, Luisa Ramos Bordajandi, Francesca Riolo, Ruth Roldán‐Torres, Bettina Grasl‐Kraupp, Risk assessment of glycoalkaloids in feed and food, in particular in potatoes and potato‐derived products, EFSA Journal, 10.2903/j.efsa.2020.6222, 18, 8, (2020).
20. Cortinovis C and Caloni F (2016) Household Food Items Toxic to Dogs and Cats. Front. Vet. Sci. 3:26. doi: 10.3389/fvets.2016.00026
21. https://www.msdvetmanual.com/toxicology/poisonous-plants/houseplants-and-ornamentals-toxic-to-animals
Dit artikel werd ook gepubliceerd in het decembernummer 2024 van het Tijdschrift voor Diergeneeskunde. Het copyright ligt bij de auteur.
Waardeer dit artikel!
Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je me nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.