Steeds meer stuiterballen

Hyperactief gedrag bij honden onder de loep

De Gedragskliniek voor Dieren van de Universiteit Utrecht krijgt steeds meer patiënten op de poli met ernstige gedragsproblemen. Veel van deze patiënten zijn extreem drukke honden die hun eigenaren tot wanhoop drijven. Wat is er aan de hand?

Honden die de hele dag blaffen, overalert zijn, spullen in huis vernielen, geen impulscontrole hebben en soms zelfs agressief zijn: gedragsbioloog Claudia Vinke ziet ze steeds vaker in de Gedragskliniek voor Dieren. ‘In zes jaar tijd is het aantal patiënten dat op de poli komt gestegen van 90 naar 250 per jaar’, vertelt ze. ‘Dat zijn niet allemaal honden: soms komt er ook een kat of papegaai met gedragsproblemen naar de kliniek. Maar met honden zijn er verreweg de meeste problemen.’

Volgens studies vertoont 12 tot 15 procent van de honden ‘van nature’ kenmerken van hyperactiviteit en impulsiviteit en is 20 procent snel afgeleid.1 Dat is niet automatisch probleemgedrag. Maar soms zijn de honden zo extreem druk dat de eigenaren ten einde raad zijn. Als honden voortdurend de neiging hebben om hun onrust vocaal en fysiek te uiten – continu blaffen of piepen, springen, aanraken, krabben, op dingen kauwen, bijten – is er meestal meer aan de hand.

ADHD
Recent wetenschappelijk onderzoek exploreert de mogelijkheid dat ook honden ADHD kunnen hebben, of in elk geval ADHD-achtig gedrag kunnen vertonen.2,3,4 In die studies konden wetenschappers aantonen dat honden met die symptomen lagere concentraties van de neurotransmitters serotonine en dopamine in hun bloed hebben5 – een correlatie overigens die niet per se een causaal verband betekent. Andere onderzoekers sluiten de mogelijkheid dat ook honden en andere zoogdieren ADHD kunnen hebben niet uit, maar wijzen erop dat de mechanismes achter ‘stuiterbalgedrag’ complex en multifactorieel zijn.6,7 Zo onderscheidt de Canadese dierenarts en hoogleraar gedragsgeneeskunde Karen Overall vijf typen van ‘activiteit’: overactiviteit, een gegeneraliseerde angststoornis, hyperactiviteit/hyperkinesie, hyper-reactiviteit en aandachtvragend gedrag (zie kader elders in dit artikel).8

Maar hoe kom je er nou achter wat er aan de hand is? Een goede gedragsdiagnose stellen bij extreem drukke honden is een tijdrovende puzzel, zegt ook Claudia Vinke. ‘In de Gedragskliniek voor Dieren werken we met een multidisciplinair team van gedragsbiologen, dierenartsen en een psycholoog en nemen we de tijd voor de patiënten én hun eigenaren.’ En die patiënten, dat zijn er dus steeds meer. Niet zo gek, zegt Vinke: in coronatijd nam het huisdierbezit explosief toe. ‘In een jaar tijd zijn er een kwart miljoen honden bij gekomen. De puppies waren niet aan te slepen.’
Omdat de vraag groter was dan het aanbod, kwamen er ook honden uit het buitenland naar Nederland: zwerfhonden en honden afkomstig uit grote commerciële hondenfokkerijen in landen als Roemenië en Bulgarije – de zogenoemde puppy mills. ‘Dat zijn niet zelden complexe honden, zegt Vinke, met gedragsproblemen die soms al op voorhand te voorspellen zijn.’

Stress
Gedragsproblemen bij zwerfhonden en bij honden uit puppy mills komen volgens Vinke in de meeste gevallen neer op drie oorzaken: prenatale stress, problemen in de moeder-kindrelatie en socialisatiedeficiënties.7 ‘Zwerfhonden zijn vaak wel gesocialiseerd, maar op een andere manier. Ze hebben goede jacht- en voedselverwervingstechnieken ontwikkeld om op straat te kunnen overleven, maar hebben niet per se veel met mensen. Het moederdier kan bovendien last hebben van prenatale stress, omdat ze onrustig of angstig is, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende voedsel is of omdat er gevaar dreigt. Ze produceert dan meer van het stresshormoon cortisol, dat via het bloed weer doorgegeven wordt aan de pups.’ Een deel van die stress kan direct na de geboorte weggenomen worden. Likgedrag van het moederdier speelt daarin een cruciale rol: het werkt stress-reducerend. Het likken van de pups calibreert namelijk de hypothalamus-hypofyse-bijnier (HPA)-as, het systeem dat hormonen aanstuurt die de reacties van het lichaam op stress reguleren.

Op straat is het moederdier lang niet altijd in staat om kwalitatief en kwantitatief voldoende zorg te besteden aan de puppies. En dat is extra nadelig voor de ontwikkeling van pups, weet Vinke.9 ‘Op het moment dat een pupje zijn omgeving gaat verkennen, is het voor zijn gedragontwikkeling vervolgens essentieel dat het moederdier structuur gaat geven aan alle prikkels en de prikkelperceptie: zij leert haar pups welke prikkels belangrijk en minder belangrijk zijn. Die prikkelfiltering zorgt ervoor dat ze niet steeds, op alles wat ze zien, horen en voelen even alert of schrikkerig reageren. Als dat door allerlei omstandigheden mis loopt, bijvoorbeeld omdat het moederdier overlijdt of wanneer de pupjes te vroeg bij de moeder worden weggehaald, loopt ook die ontwikkeling van de prikkelfiltering spaak.’

Puppy mills
De pups uit Bulgarije en Roemenië, waar grote commerciële hondenfokkers actief zijn, hebben weer andere socialisatieproblemen.9 Vinke wijst erop dat jonge hondjes in puppy mills heel weinig contact hebben met mensen. Ze leven vaak op grote fokboerderijen in afgelegen gebieden. De socialisering verloopt in die situatie verre van optimaal. ‘Het is niet vreemd dat er problemen ontstaan als zulke honden opeens in een Nederlandse, stadse omgeving terechtkomen en vervolgens in een druk gezin belanden. De hond kan daarop reageren met ADHD-achtig gedrag: extreme onrust, angst, hyperactief gedrag en zelfs agressie.’

De Franse dierenarts en wetenschapper Patrick Pageat benoemde al in 1996 dat socialisatiedeficiënte honden vaker hyperactiviteit en een hoge prikkelgevoeligheid vertonen. In zijn boek Pathologie du comportement du chien (1996) lanceert hij de term ‘hypersensiviteit-hyperactiviteitssyndroom’ (HSHA), met symptomen als grote onrust, hyperreactiviteit, minder slaap, chaotisch gedrag en soms ook agressiviteit. In de Gedragskliniek voor Dieren zien Claudia Vinke en haar collega’s regelmatig honden met deze gedragskenmerken. Dan begint het ontwarren van de ingewikkelde kluwen waaruit – na grondig onderzoek en spitwerk – uiteindelijk een heldere diagnose tevoorschijn moet komen. Want hoewel probleemgedrag bij sommige honden duidelijk te herleiden is naar de moeder-kindrelatie en/of de socialisatiefase, is het niet altijd zo simpel. Omdat gedrag complex is, gaat het team zorgvuldig te werk. De anamnese neemt zeker twee uur in beslag. Ook een lichamelijk onderzoek hoort erbij: pijn, jeuk, een voedselallergie of hyperthyroïdie kunnen eveneens de boosdoener zijn.

Maar let op, waarschuwt Vinke, niet altijd is de hond de oorzaak van het probleem. ‘Kijk, de eigenaar percipieert het gedrag van de hond natuurlijk als probleemgedrag, anders komen ze niet bij ons op de poli. Maar de eigenaar kan ook volstrekt normaal gedrag als een probleem ervaren. Overactieve dieren zijn vaak under-exercised, zoals de Engelsen dat zo mooi kunnen zeggen. Ze krijgen dus te weinig beweging. Dat is ook wat wij in coronatijd en daarna veel gezien hebben: mensen willen een hond, maar hebben er te weinig tijd voor in hun vierentwintigzeven-levens waarin ze van negen tot vijf werken en ’s avonds ook nog allerlei sociale verplichtingen hebben.’

Werklijnen
Net als haar Canadese collega Overall vindt ze het belangrijk onderscheid te maken tussen hyperactiviteit, overactiviteit en ander druk of aandachtvragend gedrag. ‘Dieren die te weinig beweging krijgen, kunnen overactief ogen door hun grote lading aan niet verbruikte energie, maar kunnen doorgaans wel goed slapen en rustig eten en drinken. Bij deze honden zie je de klachten dan ook langzaam aan verdwijnen als ze wél voldoende beweging, training en afleiding krijgen.’
Maar bij bepaalde rassen, zoals bijvoorbeeld de Border Collies, de Duitse Herders en de Mechelaars, ben je er dan nog niet, zegt ze. ‘Dat zijn honden uit werklijnen die naast veel beweging ook voldoende mentale uitdaging nodig hebben. Het is niet voor niets dat Mechelaars vaak ingezet worden door de politie, defensie en de douane. In een stimulusarme omgeving raken ze onderprikkeld en dat kan zich uiten in overactiviteit en onrust. ‘
Het team in de Gedragskliniek signaleert bovendien dat sommige rassen prikkelgevoeliger zijn dan andere.1 Zo lijkt de Friese Stabij gevoeliger voor geluid, zegt Vinke. ‘Een Stabij is van oudsher als functiehond een allrounder, maar werd in het verleden veel gebruikt bij de bestrijding van mollen, muizen en ratten. Het horen van een mol onder de grond vereist natuurlijk een scherp gehoor. Mogelijk is er een selectiedruk voor geweest in de fokkerij. Dat zijn natuurlijk wel de honden die het zwaar hebben op Oudjaarsavond, als er veel vuurwerk wordt afgestoken.’

Genetische basis
Slechts in zeer zeldzame gevallen valt in de Gedragskliniek voor Dieren de diagnose ADHD.  Van de 250 patiënten die jaarlijks op de poli komen, zit er volgens Vinke misschien één dier bij waarbij het gedrag niet door andere factoren verklaard kan worden. ‘Omdat er net als bij mensen sprake is van een genetische basis, vraag ik altijd naar ADHD-achtig gedrag van andere pups in het nestje en of hetzelfde zichtbaar is bij een van de ouders.’
Soms zeggen eigenaren dat de hond overdag niet slaapt. Dat voor Vinke geen reden om aan ADHD te denken. ‘Als iemand me vertelt dat de hond óók in de nachtelijke uren kort slaapt – minder dan vier uur, met onderbrekingen – dan word ik alert. Dan vraag ik in de uitgebreide gedragsanamnese naar een aantal andere zaken, zoals ongeduld bij eten, drinken en ontlasten, een korte aandachtsspanne en slecht of niet kunnen leren: de training beklijft vaak niet. Kenmerkend is dat het onrustige gedrag vanaf de puppytijd aanwezig is en dat de hond niet reageert op pogingen om rustig gedrag te stimuleren. Ook gebruiken we een vragenlijst ADHD die speciaal op de hond is toegespitst.’10

Zo’n tien jaar geleden kregen honden met een diagnose ADHD af en toe methylfenidaat voorgeschreven, beter bekend onder de merknaam Ritalin.® In de literatuur werden in diverse casussen hoge doseringen van dit middel gebruikt: 4 tot 6 mg per kilo lichaamsgewicht11, terwijl er al bij doseringen van 1 mg per kilo lichaamsgewicht toxische reacties zijn waargenomen.12
‘Inmiddels zijn we erg terughoudend met het voorschrijven van Ritalin, dat doen we vrijwel nooit meer’, zegt Vinke. Het geeft risico, het is duur en het is onpraktisch: omdat methylfenidaat onder de Opiumwet valt en bij honden off-label voorgeschreven wordt, gelden er allerlei restricties. ‘Daarnaast zien we ook dat het effect na een tijdje lijkt af te nemen, alsof er een soort slijtage optreedt’, zegt Vinke, een bevinding die overigens aansluit bij de conclusies van de zogenoemde MTA-studie, een langlopende studie met methylfenidaat bij kinderen met ADHD.13 Met fluoxetine, dat ook voor honden is geregistreerd en goed werkt bij honden met het hypersensiviteit-hyperactiviteitssyndroom14 heeft Vinke betere ervaringen: ‘We zien met dit middel behoorlijk goede resultaten bij hyperactieve honden. De dosering is gemakkelijker in te stellen en het effect houdt ook aan.’

Rust en regelmaat
De Utrechtse kliniek geeft ook tips om honden te helpen rustiger te worden, vertelt Vinke: ‘Rust, structuur en regelmaat, dat is het devies. Het begin al met de plaats van de mand of de bench. Bij een drukke hond zet je die niet bij een raam, of in de hal, waar mensen in- en uitlopen: veel te prikkelig. Een kleed over een bench kan ook helpen, zodat de hond echt zijn veilige rustplek kan vinden.’
Vaste momenten voor uitlaten, activiteit en rust zijn eveneens belangrijk, evenals het gebruik van duidelijke commando’s. Vinke: ‘Ik leg altijd aan mensen uit dat die commando’s niet bedoeld zijn om een soort circusartiest van de hond te maken, maar om hem houvast te geven. Commando’s dienen als steun voor het dier zodat hij weet wat er komen gaat en wat je van hem verwacht.’ Ze schiet even in de lach. ‘Anders stuitert ‘ie de hele dag rond: watgaanwedoenwatgaanwedoenwatgaanwedoen?’

Het kost natuurlijk wel tijd en inzet om die orde, rust, structuur en commando’s aan te leren. In de Amerikaanse tv-serie The Dog Whisperer gaat hondentrainer Cesar Millan bij de hond en eigenaar thuis de situatie in ogenschouw nemen. De Utrechtse universiteitskliniek doet dat niet. Vinke: ‘Helaas werken we niet ambulant, daar hebben we geen tijd voor. Dierenartsen en eigenaren mogen ons wel altijd mailen. Zonodig houden we Teams-meetings of gesprekken om de gang van zaken door te nemen. En als we inschatten dat een eigenaar het door bepaalde omstandigheden niet aankan, dan schakelen we eventueel een gediplomeerd gedragstherapeut ter plaatse in.’

Hoeveel hulp er ook is: uiteindelijk kan het in sommige gevallen toch uitdraaien op een advies tot herplaatsing. Soms is dat de enige oplossing die recht doet aan de behoeften van het dier, zegt Vinke. ‘Dat doen we alleen als we inschatten dat de situatie niet gaat veranderen en het welzijn van het dier aangetast is, of als er een veiligheidsprobleem speelt omdat de frustratie van de hond zich vertaalt in agressie. Dat zijn moeilijke gesprekken: eigenaren voelen zich vaak enorm schuldig, omdat ze voor een hond hebben gekozen die niet bij hen of de plek waar ze wonen past. Dat is heel pijnlijk. Maar soms kunnen we niet anders: we zijn er voor het welzijn van het dier.’[kader Karen Overall, 5 typen van ‘activity’)

Noten:

1 Sulkama, S., Puurunen, J., Salonen, M. et al. Canine hyperactivity, impulsivity, and inattention share similar demographic risk factors and behavioural comorbidities with human ADHD. Transl Psychiatry 11, 501 (2021). https://doi.org/10.1038/s41398-021-01626-x.

2 Vas J, Topál J, Péch É, Miklósi Á. Measuring attention deficit and activity in dogs: a new application and validation of a human ADHD questionnaire. Appl Anim Behav Sci. 2007;103:105–17.

3 Puurunen, J., Sulkama, S., Tiira, K. et al. A non-targeted metabolite profiling pilot study suggests that tryptophan and lipid metabolisms are linked with ADHD-like behaviours in dogs. Behav Brain Funct 12, 27 (2016). https://doi.org/10.1186/s12993-016-0112-1.

4 González-Martínez Á, Muñiz de Miguel S, Diéguez FJ. New Advances in Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder-like Dogs. Animals (Basel). 2024 Jul 14;14(14):2067. doi: 10.3390/ani14142067. PMID: 39061529; PMCID: PMC11273832.

5. González-Martínez Á, Muñiz de Miguel S, Graña N, Costas X, Diéguez FJ. Serotonin and Dopamine Blood Levels in ADHD-Like Dogs. Animals (Basel). 2023 Mar 13;13(6):1037. doi: 10.3390/ani13061037. PMID: 36978578; PMCID: PMC10044280.

6 Behavior Problems of the Dog and Cat, 3rd ed., G. Landsberg, W. Hunthausen, L. Ackerman. Saunders, Elsevier (2013), 472 pp.; $99.95 (paperback), ISBN: 9780702043352.

7 Endenburg, N., Vinke, C. M., Kapteijn, C. M., van der Borg, J., & van Hagen, M. A. E. (2019). Gedragsproblemen bij de hond. In Gedragsproblemen bij de hond. (Vol. 2, pp. 1-90). Diergeneeskundig Memorandum.

8 Behaviour Tips: My dog is always active – should I walk him more? Written by Meagan Davies for VCA 3625 2022 (Small Animal Behavioural Medicine II taught by Dr. Karen Overall) at the Atlantic Veterinary College, University of Prince Edward Island. April 2022.

9 Dietz, L., Arnold, A. K., Goerlich, V. C., & Vinke, C. M. (2018). The importance of early life experiences for the development of behavioural disorders in domestic dogs.. Abstract from Veterinary Science Day, Veterinary Faculty, UU, Utrecht, Netherlands.

10 Vas J, Topál J, Péch É, Miklósi Á. Measuring attention deficit and activity in dogs: a new application and validation of a human ADHD questionnaire. Appl Anim Behav Sci. 2007;103:105–17.

11 Piturru P. Anwendung von Methylphenidat bei Hunden mit Aufmerksamkeitsdefizit-/Hyperaktivitätsstörung (ADHS). Fallbeschreibung am Beispiel einer Weimaranerhündin [Methylphenidate use in dogs with attention deficit hyperactivity disorder (ADHD). A case report of a Weimaraner bitch]. Tierarztl Prax Ausg K Kleintiere Heimtiere. 2014 Apr 16;42(2):111-6. German. PMID: 24737187.

12 Plumb, D.C. (2008) Plumb’s Veterinary Drug Handbook. 6th Edition, Blackwell Publishing, Vancouver.

13 Jensen PS, Arnold LE, Swanson JM, Vitiello B, Abikoff HB, Greenhill LL, Hechtman L, Hinshaw SP, Pelham WE, Wells KC, Conners CK, Elliott GR, Epstein JN, Hoza B, March JS, Molina BSG, Newcorn JH, Severe JB, Wigal T, Gibbons RD, Hur K. 3-year follow-up of the NIMH MTA study. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry. 2007 Aug;46(8):989-1002. doi: 10.1097/CHI.0b013e3180686d48. PMID: 17667478.

14 Stéphane Bleuer-Elsner, Gérard Muller, Claude Beata, Anna Zamansky, Nathalie Marlois, Effect of fluoxetine at a dosage of 2-4 mg/kg daily in dogs exhibiting hypersensitivity-hyperactivity syndrome, a retrospective study. Journal of Veterinary Behavior, Volume 44, 2021, Pages 25-31, ISSN 1558-7878, https://doi.org/10.1016/j.jveb.2021.03.007.

Dit artikel werd ook gepubliceerd in het aprilnummer 2025 van het Tijdschrift voor Diergeneeskunde. Het copyright ligt bij de auteur.

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je me nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen waardering € -