De afweging van baten en risico’s valt bij de screening op darmkanker ongunstig uit, stellen Désirée Hairwassers en Aliëtte Jonkers.

Het lijkt een prachtig initiatief: stuur iedereen een brief met het verzoek poep in een buisje te proppen en op de post te doen en hoera: we kunnen op termijn jaarlijks 2400 doden door darmkanker voorkomen. Maar is dat wel zo?

Darmkanker is een ernstige ziekte die vooral voorkomt bij mensen van zestig jaar en ouder en kan leiden tot een nare, pijnlijke dood. In Nederland staat darmkanker op de derde plaats in de lijst van meest voorkomende kankersoorten bij zowel mannen als vrouwen. Jaarlijks sterven bijna vijfduizend mensen aan darmkanker en komen er 11.000 nieuwe patiënten bij.

Creatieve boekhouding
Doel van kankerscreening is om het aantal doden door kanker te verminderen. Dat lukt inderdaad, want hoe meer screening en vroegdiagnose, hoe meer kanker je zult vinden. Mensen tussen de 55 en 75 jaar hebben zo’n 1 procent kans om aan darmkanker te overlijden. Door de screening neemt die kans af tot hooguit 0,8 procent. De ongemakkelijke waarheid is nu eenmaal dat je 785 mensen gedurende twintig jaar moet screenen en opvolgen om één sterfgeval te voorkomen. Tel uit je winst.

Onderzoek gepubliceerd in het New England Journal of Medicine laat zien dat de sterfte door kanker als gevolg van screening weliswaar daalt, maar dat de absolute sterfte op bevolkingsniveau even hoog blijft. U sterft dus misschien niet aan darmkanker, maar wel aan een hartinfarct, bijvoorbeeld, of een andere kanker. De 2400 levens die door de screening gered worden, zijn het resultaat van creatieve boekhouding van het RIVM: de gespaarde doden in de toekomst, op het hoogtepunt van de veroudering, worden rücksichtslos naast de sterfgevallen van het heden – bij een relatief jonge bevolking vóór de veroudering – gezet. Leugenachtige framing noemt epidemioloog Luc Bonneux dit gegoochel met getallen. Ook de levensverwachting neemt nauwelijks toe. In het beste geval wint een deelnemer gemiddeld veertien levensdagen.

Darmperforatie
Een ander nadeel van de darmkankerscreening is dat de test niet erg gevoelig is: die mist een derde van de tumoren. U krijgt dan een brief waarin u gefeliciteerd wordt met het feit dat u geen kanker heeft, terwijl er toch een kwaadaardige tumor in uw darmen is genesteld. Andersom zullen er ook foutpositieve uitslagen zijn: de test wijst dan uit dat er mogelijk sprake is van darmkanker omdat er bloed in de ontlasting is gevonden. Wat bloed in de ontlasting hoeft beslist niet te betekenen dat er sprake is van kanker, maar goed: er volgt hoe dan ook een uitnodiging voor een vervolgonderzoek, een coloscopie.

Een arts steekt dan een lange, soepele buigzame buis van anderhalve meter in uw anus, en manoeuvreert deze door de hele darm waarbij er voor extra kijkruimte lucht in uw ingewanden wordt gepompt. Helemaal ongevaarlijk is de procedure niet: u heeft een kleine kans op een darmperforatie. Geschat wordt dat als gevolg van de darmkankerscreening acht tot tien gezonde mensen jaarlijks dodelijk slachtoffer worden van een coloscopie.

Ziekte bevorderend
Op Twitter gaan er al stemmen op voor een ‘screen-mij-niet-register’. En dat zijn niet allemaal kostenbewuste zorgconsumenten die erop wijzen dat de darmkankerscreening, volgens actuele gegevens van het ministerie van VWS, jaarlijks 100 miljoen euro zal bedragen. Zij begrijpen dat de toenemende aandacht voor preventieve onderzoeken een angstige samenleving creëert. Studies laten zien dat een foutpositieve uitslag bij vrouwen die borstkankeronderzoek ondergaan tot drie jaar lang psychische schade kan aanrichten.

Screening bevordert niet de gezondheid, maar ziekte. Het levert de farmaceutische industrie en ziekenhuizen veel klinkende euro’s op, maar de burger wordt er niet beter van. Dat is de preventieparadox: je probeert ellende te voorkomen, maar veroorzaakt daarmee zelf ellende. De gezondheidszorg kan zich, zeker in tijden van economische schaarste, beter richten op de behandeling van zieke mensen en de gezonde met rust laten.

 

Dit opinieartikel werd op 13 januari 2014 gepubliceerd in Trouw (©).

Waardeer dit artikel!

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Met een grotere bijdrage steun je me nog veel meer. Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen waardering € -